Door de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen (Stb. 2015, 207) zijn overheidsondernemingen vanaf 2016 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb). Overheidsondernemingen die economische activiteiten ontplooien op een markt waarop ook niet-overheidsondernemingen (private ondernemingen) actief zijn, worden op dezelfde wijze aan de heffing van vennootschapsbelasting onderworpen als private ondernemingen. De Vpb-plicht voor gemeenten is een lastig fiscaal vraagstuk en de uitleg en de toepassing van de nieuwe wetgeving is nog steeds niet volledig duidelijk.
De gemeente heeft een inventarisatie gemaakt van haar activiteiten en heeft beoordeeld of de activiteit belast, onbelast of vrijgesteld is van de heffing van vennootschapsbelasting. Hoofdzakelijk de actieve grondexploitatie is een belaste activiteit voor de gemeente. Berekend is echter dat wij in deze meerjarige begrotingsperiode naar verwachting geen winst met de grondexploitaties zullen behalen die leidt tot een Vpb-aanslag. Bovendien kunnen onder voorwaarden geleden verliezen vanaf 2016 gecompenseerd worden met toekomstige winsten. Tot en met 2023 zijn daarom geen Vpb-lasten geraamd.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Vennootschapsbelasting (VpB) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |