Programmabegroting 2020 Gemeente Langedijk

Lokale heffingen

Toelichting heffingen

Onroerende zaakbelastingen
De belangrijkste eigen inkomstenbron van de gemeente wordt gevormd door de onroerende zaakbelastingen (OZB). De OZB bestaat uit eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen.
De OZB-tarieven worden jaarlijks verhoogd met het inflatiepercentage. Voor 2020 is dat bepaald op 2,4%. Daarnaast zijn de OZB-tarieven afhankelijk van de totale WOZ-waarde per waardepeildatum 1 januari 2019. Door de jaarlijkse herwaardering worden de eigenaren (en gebruikers als het niet-woningen betreft) met minder grote schommelingen in de aanslag geconfronteerd. Uitgangspunt is namelijk dat de nieuwe waarde en het nieuwe percentage eenzelfde opbrengst hebben als de oude waarde en het oude percentage. Dit uiteraard zonder rekening te houden met het percentage voor inflatie en de areaaluitbreidingen.

Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht
Het tarief voor de afvalstoffenheffing is onderverdeeld in een tarief voor éénpersoons- en een tarief voor meerpersoonshuishoudens. De afvalstoffenheffing wordt geheven voor het inzamelen en verwerken van het huisvuil volgens de Wet Milieubeheer. Van bedrijven met een beperkt aanbod van bedrijfsafval worden reinigingsrechten geheven.
Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt beïnvloed door meerdere factoren. Het gaat hierbij op hoofdlijnen om de inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en de toerekening van overhead en compensabele BTW. Daarnaast speelt de omvang van het aantal huishoudens waarover de totale kosten worden verdeeld mee.

Rioolheffing
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig grondwater. De heffing hiervoor mag maximaal kostendekkend zijn en alleen die kosten bevatten die in de wet genoemd zijn. In Langedijk wordt het tarief in rekening gebracht bij eigenaren van woningen of bedrijven die direct of indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering. Wanneer het aantal m3 dat via het riool wordt afgevoerd de 500m3 overtreft, vindt een extra heffing plaats.
Het Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020 (GRP) is in 2015 geactualiseerd en door de raad vastgesteld. Omdat vorig jaar sprake was van diverse wijzigingen (meer uitbreidingsinvesteringen, bijgestelde rekenrente, actualisatie van exploitatielasten en vervangingsinvesteringen) is het kostendekkingsplan tussentijds geactualiseerd. Dit nieuwe kostendekkingsplan is het uitgangspunt voor de tarieven van 2020.

Forensenbelasting en toeristenbelasting
Forensenbelasting en toeristenbelasting zijn algemene belastingen. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de hoogte van de opbrengst; er hoeft geen relatie met de kosten te zijn.
 
Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. Voor 2020 worden de tarieven alleen met 2,4% verhoogd voor de verwachte kostenstijgingen.

WABO leges
Ten aanzien van de bouwleges streeft het college naar kostendekkende leges. De kostendekkendheid van WABO leges is 110%.
De voor 2020 verwachte legesopbrengst is bepaald aan de hand van ervaringscijfers uit voorgaande jaren, aangevuld met grote projecten die naar verwachting in 2020 zullen worden ingediend en behandeld.

Overige heffingen
Naast bovenstaande heffingen zijn er nog enkele andere heffingen zoals de overige leges, waaronder de leges burgerzaken.
Al deze leges zijn opgenomen in de legesverordening. In de tabel kostendekkendheid is aangegeven hoe voor ieder hoofdstuk van de verschillende titels de uitgaven zich verhouden tot de inkomsten. In totaliteit heeft de gehele legesverordening een kostendekkendheid van 94%.